De koninklijke witte tijger, met zijn vacht met bleke strepen, belichaamt zowel de zeldzaamheid van zijn kleur als de indrukwekkende schoonheid van een van ’s werelds grootste katachtigen, symboliserend de voortdurende strijd voor het behoud van bedreigde diersoorten.
Een subliem maar ernstig bedreigd dier
gebroken witte vacht en blauwe ogen
De “tijger” soort is verdeeld in 9 ondersoorten waarvan er 3 al zijn uitgestorven (Kaspische tijger, Javaanse tijger en Balinese tijger). De overige 6 zijn allemaal ernstig bedreigd met uitsterven door jacht, stroperij en habitatverlies. Van de 100.000 individuen in 1900 zijn er momenteel niet meer dan 3.500 in het wild.
De Bengaalse tijger meet tussen de 2,50 en 3 meter en weegt gemiddeld 225 kg voor het mannetje en 135 kg voor het vrouwtje. Hij jaagt op herten, zwijnen en zelfs buffels, voornamelijk in de schemering, in een uitgestrekt gebied – tot wel 100 km2 – van bossen, savannes en moerassen.
Het normale kleurpatroon van de Bengaalse tijger is oranje met zwarte strepen. Echter, als gevolg van een genetische mutatie (leucisme), hebben sommige zeer zeldzame individuen in de natuur een licht gebroken witte vacht met zwarte of bruine strepen… en blauwe ogen! De meeste witte tijgers komen dus uit fokprogramma’s in dierentuinen waar deze mutatie wordt behouden.