De Sumatra orang-oetan

In het Maleis betekent “Orang” “mens” en “Hutan” “bos”: de orang-oetan is inderdaad een grote primaat die in de bomen van het regenwoud leeft. Er zijn drie soorten orang-oetans: deze, afkomstig uit Sumatra, een andere, minder zeldzaam, endemisch voor het eiland Borneo, terwijl de laatste, de Tapanuli orang-oetan, in 2017 werd ontdekt.

De Sumatraanse orang-oetan leeft ongeveer 50 jaar: het mannetje meet 1m40 en weegt 90 kg, bereikt de volwassenheid rond 15 jaar, ontwikkelt een krachtige spiermassa en gezichtsuitsteeksels ter hoogte van de wangen. Het vrouwtje, kleiner van formaat, krijgt meestal haar eerste jong rond 15 jaar en zal er jaren voor zorgen.

De orang-oetan is een uiterst intelligent dier, in staat om takken als gereedschap te gebruiken om termieten te extraheren of fruit te openen. Hij communiceert door gebaren te maken en niet door te roepen, en gebruikt dus een echte lichaamstaal.

Er zijn nog slechts ongeveer 7.000 individuen in het wild over: de razendsnelle ontbossing, de vernietiging van zijn habitat en de stroperij brengen helaas deze soort in ernstig gevaar van uitsterven.