De Rode Panda, ook bekend als de kleine panda, is een schattig wezen met een rood-witte vacht, behendig bewegend in de bossen van de Himalaya en Azië, wat de biodiversiteit en kwetsbaarheid van bergecosystemen symboliseert.
Een grote kat uit de hoge bergen
Een lange pluizige staart als hoofdkussen
Het enige overlevende lid te zijn van een aparte familie, de Ailuridae. De Rode Panda behoort dus niet tot de berenfamilie, zoals de reuzenpanda, of tot die van de wasbeer waarmee het opvallende gelijkenissen vertoont.
Ongeveer zo groot als een grote kat, heeft dit dier een gevarieerd dieet, voornamelijk bestaande uit bamboe dat te vinden is in de bossen van de hoge bergen van Nepal, Birma en China. Maar het eet ook fruit, eieren en kleine dieren.
Het is een voornamelijk nachtdier, dat overdag op een tak slaapt, met zijn vier poten bungelend. Het leeft vaak in bomen, waar het behendig in klimt in alle seizoenen, omdat het haar op de handpalmen van zijn poten heeft, waardoor het niet uitglijdt op met ijs bedekte takken, zelfs midden in de winter. Zijn lange pluizige staart dient als hoofdkussen, en wanneer het ijzig koud is, krult de rode panda zich op met zijn staart om zich heen om warm te blijven.